donderdag 14 juli 2011

Susan in Boston

Couldn't help but going back to Boston one last time. I went to visit Susan and her cat Simone in Somerville. She talked me into completing the Freedom Trail in the center of Boston. That's only 3 miles long, but you get to see and hear a lot about the history of the revolution. That all started in Boston, when a lot of patriots were fed up with the extra taxes that the bosses in England were imposing on them. Later it turned out that the English gouvernment just needed all that extra money to finance their war with France. 
Our history with the United States goes back a long time. But the differences between 'us' and 'them', even today, are... interesting. Why does the average US citizen has to stay away from alcohol until the age of 21, but can he or she start driving a car from the age of 16? Why is nudity on tv such a big issue, while porn industry is most lucrative in the US? And why is everyone so openly in favor of weapons, as if that is the thing that will bring salvation and peace in every household? A friend of Susan showed me movies on youtube where you could see how easy it is to go shopping for rifles and become a Sylvester Stallone lookalike in no-time.
On saturday july 9 I leave the heat, the culture, the oversized coffee and all of those nice people I met in the United States behind me and fly back to Belgium, where it's cold and - just admit it - cosy.
Thank you Susan for the nice birthday cake!




vrijdag 8 juli 2011

Maura and Erik in SAUNDERSTOWN

After a week of New York, I was craving for panoramic views that did not include skyscrapers and Starbucks coffee places. So I contacted Maura and Erik. They live in Saunderstown, a tiny little village on Rhode Island. 
Rhode Island not exactly one island, but it's a bunch of island all connected to one another with bridges and/or ferrys. It actually is also the tiniest state of the United States.The most touristic place on Rhode Island is Newport because of its history with mansions and parties, held for the rich and famous. We're talking about a timespan between 1870 and 1880, the so-called gilded age when rich bankers would have their summer houses prepared in Newport and spend like 700.000 usd (in those days!) for the summer. The rapid economic growth was creating mansions like The Breakers and Rosecliff, all of them along the coast in Newport.
I'm not staying in one of those mansions, but in this beautifully shaped barn as you can see in the picture below.
First night we go out for a dinner picknick in the sailing club a mile down the road.


I have to share this space with three horses in the stable next to my bedroom, with some chickens and a couple of rabbits. All of a sudden, Manhattan seems like a zillion years away.
From here to Newport takes about an hour with the local bus. I spend a relaxing day in Newport, visiting some of the mansions and walking a 3 miles cliff walk, which is not easy if you have to walk all of it on Crocs and in the mids of thick layers of fog... Because Newports position to the ocean it often tends to get foggy in the afternoons, especially on hot days in the early summer, when the ocean is still cool and the surrounding winds are way much hotter.







Maura and Erik have three kids, three boys between 15 and 21 years old. That makes their house a very busy place where meetings have to be scheduled and agendas have to get lined up. All of them are into sailing, but the oldest one, Andrew, set of on a huge sailing boat a week ago across the atlantic ocean. He joined in with a sailing race from Newton to England and that's really a very big deal to him (and also to his mother). Every day he updates his blog and you can follow his tracks on http://www.sayreinnewzealand.blogspot.com/
The last night I made quiche for the family - as usual - with leeks and salmon. And I let the dog out for a late evening walk. Kelly is 14 years old but still in very, very good shape. There is something about this family: everyone - even the animals - are very fit. One of the horses is 40 (FORTY) years old. Respect.

Thanks Maura and Eric, I hope to be able to host you one day in Belgium!

New York, Astoria

Ik verbleef een week in Astoria.


Astoria is een wijk in Queens, net buiten Manhattan. Om in metrotijden te spreken: Astoria is 30 minuten metro van Fifth Avenue (de Apple Flagship store!). Een heel klein appartement met twee kamers begint er aan 280.000 usd, plus een maandelijkse onderhoud fee van 650 usd. (Om opnieuw de vergelijking te maken: een gelijkaardig appartement zal op Fifth Avenue 1 miljoen usd kosten.) Parveen kocht tien jaar geleden een appartement in de wijk Astoria. Nog vijf jaar afbetalen en dan is het van haar. Ondertussen is de buurt erg in trek, je vindt er een mix van griekse restaurants, japanse sushi bars, coffee shops, arabische wijken en enkele musea. Nauwelijks toeristen.
Ik bezocht twee grote musea in Astoria: het moma ps1, en het Noguchi museum. In het Moma PS1 was een aparte tentoonstelling van maskers, het soort maskers dat je thuis doorgaans met SM toestanden zou associëren. En verder was er een tweede luik van een tijdelijke tentoonstelling van de Belgische artiest Francis Alÿs. Die kerel woont nu al jaren in Mexico, en hij doet er rare dingen. Zoals: met een groot ijsblok door Mexico city lopen en zien hoe ver hij daar mee komt eer het volledig is gesmolten. Of: met een revolver in de hand door Mexico city lopen en met de camera registreren hoe lang het duurt eer een squad team van de politie hem arresteert. 
Het andere museum is een ode aan het werk van de Japanse sculpteur Noguchi. Ik had van de man nog nooit gehoord, en ik zal zijn hand nooit kunnen schudden vanwege dood, maar zijn kunst leeft verder in vereeuwigde stukken gebeeldhouwde rots en in een prachtig museum met unieke - Japanse - tuin. Ik kreeg er zowaar een privé rondleiding. Het was een redelijk interactieve rondleiding, zo eentje waarbij de gids eerst vraagt wat je er zelf van vindt (en als er maar één mens in de groep zit, kan je er niet onderuit...). De gids in kwestie moet nogal geschrokken zijn van mijn reacties, maar toen ik zei dat ik van België was, vond ze het wel oké. Tenminste een buitenlander in de zaal... 


Noguchi
Goed, nu ik toch aan het hoofdstuk kunst en cultuur bezig ben, zal ik het rijtje maar afmaken. In Manhattan zelf ging ik naar het Moma, waar je natuurlijk altijd uren kan slijten, maar dit keer was er een leuke tijdelijke tentoonstelling over het Duitse Expressionisme en een verdieping met niks dan werken van een fotograaf uit het voormalige Rusland: Boris Mikhailov.


Duits Expressionisme

Boris Mikhailov
En tenslotte ging ik samen met Parveen kijken naar de tentoonstelling van het werk van mode icoon Alexander McQueen die vorig jaar zelfmoord pleegde en toen dood was. Daarvoor moesten we wel een dik uur aanschuiven in het Metropolitan Museum. Uiteindelijk, moet ik toegeven, was het dat wel waard. Ik had, zoals gewoonlijk, nog nooit van de man gehoord, maar toen Parveen me vertelde dat hij de schoenen ontwierp voor Lady Gaga, begon mijn frank te vallen. Nu, alles aan deze tentoonstelling was overweldigend. De kleren, uiteraard, maar ook de decors, de opstelling, de muziek, de belichting. Op een bepaald ogenblik kregen we een hologram video te zien waarin Kate Moss een jurk toont op muziek uit de film Schindlers List. Om kippenvel van te krijgen. Op YouTube vond ik een identieke versie waarin enkel het hologram aspect ontbreekt:







Stuk voor stuk indrukwekkende opstellingen in de Met.
Het Tennement museum stond ook nog op mijn lijst, maar ik ben tot in Orchard street geraakt en toen ik zag hoeveel de inkom was, heb ik het daar bij gelaten. Bon, Orchard street is een hele mooie straat!

Over naar de gastronomie. Wel, dat is een groot woord in de Verenigde Staten, omdat eten naar mijn gevoel hier veel meer met kwantiteit dan met kwaliteit te maken heeft. Maar soit, dit zijn de dingen die ik bezocht:


Katz delicatessen, wereldberoemd en superdrukke eettent in Manhattan. Iedereen, locals én toeristen, komt er om de fameuse Pastrami sandwish te eten. Geserveerd met pickels! Veel te veel vlees, veel te weinig sandwish, maar wel lekker!






Nathan famous hotdog Dé klassieker onder de hotdogs is in de buurt (en gelijknamige metrostop) Coney Island. Dat is een dik half uur metro uit Manhattan, vlakbij de boardwalk langs de oceaan. Een gewone hotdog met niks meer dan een sandwish, een frankfurter worst en mosterd, kost 3,75 usd. Maar zelfs op dit ongewone uur (11 uur in de ochtend) staan er mensen aan te schuiven. Ook bijzonder is de jaarlijkse vreetwedstrijd die internationaal veel persaandacht krijgt. Zie het artikel uit de Standaard onderaan.




Bron: De Standaard, 5 juli 2011
Daarna liep ik over de boardwalk van Coney Island tot Brighton Beach. Het is een beetje een droevig stukje New York, met een pretpark langs de dijk en heel veel mensen die zonder gêne hun overgewicht tentoonstellen middels bikini's en korte rokjes. Zo iemand uit de zee halen als die aan het verdrinken is, is dat eigenlijk wel een noodgeval? Een vraag waar good old David Hasselhoff van Baywatch allicht nooit bij stil hoefde te staan: hij kreeg alleen maar beeldschone drenkelingen in zijn zandbak.




Terug naar de afdeling voedingswaren. Het is voor vele New Yorkers een hobby om tijdens de week reviews in kranten te lezen over nieuwe 'fancy' restaurantjes of barretjes die zijn open gegaan, en die dan in het weekend zelf te gaan uittesten. 


Diezelfde hobby bracht ons op vrijdag tot diep in Queens, in een echte Chinatown wijk (er is ook een hele bekende Chinatown in Manhattan zelf, maar daar lopen evenveel toeristen rond dan Chinezen). We gingen noodles eten bij Xi'ian in The Golden Mall  (http://www.xianfoods.com/). Dit was echt op z'n Chinees, het restaurantje was superklein en zat ingesloten in een kelder van een Chinees shoppingcenter. De vloer was verschrikkelijk vuil en je wilde er zeker niet naar het toilet gaan, maar de noodles, man die noodles waren de max zo lekker. Ik heb in heel Manhattan nergens zo lekker kunnen eten voor 6 dollar.


Daarnaast gingen we ook eend op zijn Thais eten bij Ayada Thai. Ook dit restaurantje lag in Queens, en een collega van Parveen, David, woont er vlakbij. We hadden met hem afgesproken. Wel vreemd dat je in dit soort restaurants geen alcohol vindt, maar je bent altijd welkom om je eigen drank mee te brengen. En dat is precies wat David ook deed. Hij had voor ons allemaal een pintje bij. (Nu ik het over bier heb: hoe zou het met 'Omer' zijn?)


Afgelopen zaterdag gingen we op stap in Greenwich Village in Manhattan. We kwamen achtereenvolgens terecht in de Spotted Pig (aperitief), de Sevilla (spaans restaurant, lekkere paella), Gottino (een fles Lambrusco, rode schuimwijn) en Highland (digestief) . Ons gezelschap voor die avond: Shelly, één van Parveens beste vriendinnen, Tom, een vriend van Shelly, en Ritchie, een vriend van Parveen.


Een belangrijk ontbijt dat je niet mag overslaan als je in de States bent, is de 'everything bagel with lox, cream cheese, capers and onions'. Maar dat was enkel voor de vierde juli (en als ik me goed herinner ook één keer toen we logeerden bij Ania en Josh in Willington), voor de rest bleef het meestal bij 'iced coffee with cream, no sugar'.


Happy 4th of july! Met die wens begroeten alle Amerikanen elkaar op vier juli. En daarmee heb ik drie belangrijke feestdagen in de VS kunnen afvinken: kerstmis, Memorial Day (laatste maandag van mei) en the fourth of july. En altijd weer die vlaggen! Bij kerstmis waren de meeste gelukkig ingesneeuwd, maar feit blijft dat de doorsnee Amerikaan helemaal niet vies is van een flinke portie vaderlandsliefde. Barack Obama sluit elke speech af met 'God bless America!'. Ik denk niet dat zoiets verf zou pakken in België. 
Vier juli is ook een reden om hele vrachten vuurwerk de lucht in te schieten. Het begint al op 1 juli, en de knallen blijven doorgaan tot om en bij de achtste (tiens, was die van daarnet voor mijn verjaardag?). 
We keken naar de zonsondergang boven de rivier vanuit Astoria Park en daarna naar het vuurwerk. Ik heb beter gezien in Hasselt. Iemand vertelde me achteraf dat we niet naar het grootste vuurwerk aan het kijken waren (in centraal Manhattan, een event dat overigens al jaren na elkaar zwaar gesponsord wordt door Macy's). En inderdaad, zoiets als op de foto hieronder (gevonden op de website van 'macy's july 4th fireworks photos') hebben wij niet gezien.


Toen ik op vijf juli vertrok met al mijn bagage (voor het eerst met twee Tumi valiezen plus een rugzak op stap!) was het buiten dertig graden. Ik had een week lang nauwelijks een wolk gezien boven New York. Inmiddels, in België: regen?







woensdag 22 juni 2011

The White Mountains, New Hampshire

Ik verbleef een paar dagen bij Gaye in Boston. Een beetje een nerveuze vrouw die teveel energie heeft en elke dag x aantal kilometer moet wandelen om zich goed te voelen. Met haar probeerde ik mijn plannen om te gaan 'hiken' in de 'White Mountains' af te stemmen. Maar dat ging niet zo goed, dus toen besliste ik maar om alvast met de bus richting White Mountains te vertrekken. Ik logeerde één nacht in een dorm in hostal 'White Mountains' in Conway, New Hampshire. Toevallig was er net die week een megagroot bike-event aan de gang, de Laconia Motorcycle week (http://www.laconiamcweek.com/). Wie bike zegt in de Verenigde Staten, zegt Harley Davidson. Ik zag duizenden Harleys voorbijsnorren, de mannen en vrouwen die er op zitten hebben vaak beiden een baard en een zwemband ter hoogte van de buik. En ze dragen nooit een helm, want dat hoeft niet in de staat New Hampshire.
Ik deelde mijn kamer met één zo'n Harley man, en jammer genoeg maakte de man zelf als hij sliep even veel lawaai dan zijn motor. Weinig geslapen, dus.
De volgende dag regende het, maar vlakbij was er een cinemazaaltje en om 13u ging ik kijken naar 'the music never stopped', een waar gebeurd verhaal over een man die dankzij muziek zijn hersentumor overwint. Verder stelde Conway als stadje niet veel voor, het gebeurde allemaal een beetje verder, in North Conway, of nog wat verder, in de White Mountains zelf. Ik begon aan een wandeling naar een grote outlet mall in North Conway maar dat was 7 kilometer stappen en met dat weer begon het al snel te vervelen. Autostop dan maar? Ik had warempel geluk: na 5 minuten kreeg ik een lift. Jammer genoeg niet achter op een Harley Davidson...




Ik had mezelf via het internet aangesloten bij een wandelclub in Boston die het weekend van 18 juni een tocht organiseerden naar de 'Alpine Flowers', vlakbij Mount Washington. Catherine, één van de leden, was bereid me op te pikken in de hostal. Ik had dat allemaal via email geregeld. Benieuwd wat voor soort leden in zo'n hiking club zitten...

De hiking club heet Sub Sig (http://www.subsig.org/) en hun geschiedenis gaat terug tot 1940. Momenteel zijn er meer dan honderd leden, maar voor dit weekend hadden er zich enkel 12 mensen ingeschreven, mezelf inbegrepen. Ik werd verwelkomd als gast. Het was een prachtige ervaring. Er was de wandeling uiteraard, een pittige klim omhoog tot aan een hut met de naam 'lake of the clouds', vlak bij de top van Mount Washington (1.889 meter). In Amerika klinkt dat indrukwekkender want de berg is 6.200 feet hoog. Die 1.889 meter lijkt belachelijk laag, ik weet het, maar door de geografische omstandigheden in dit gebied, de ligging van de berg enzoverder, kan je hier sneeuw hebben tot in juni. Ook kan het weer in één dag heel snel omslaan. In ieder geval was onze wandeling een ferme kuitenbijter want we begonnen om 900 meter dus we moesten bijna 1 km omhoog. En dat op een wandeling die in tot aan de top slechts 5 kilometer lang is! Boven op de top hebben we prachtige Alpenbloemen gevonden. Sommige leden hadden een soort encyclopedie van bloemen bij. We hebben 4 soorten kunnen benoemen. Oh, nog een laatste detail: ik was als eerste boven. En een allerlaatste detail: ik was de jongste deelnemer... 





Zo mogelijk nog interessanter dan de berg zelf, waren de deelnemers. Die hadden allemaal uiteraard heel veel ervaring in wandelen. Er zijn twee indicatoren die aangeven hoe ervaren je dan wel bent: de eerste is het aantal 4.000 footers dat je al hebt geklommen in de staat New Hampshire (dat zijn dus omgerekend bergen van 1.220 meter), de andere is hoeveel miles je hebt afgelegd van de officiële Appalachian trail. 
Die Appalachian Trail, of voluit de Appalachian National Scenic Trail, is een 3500 km (2175 mijl) lang afgebakend lange-afstand-wandelpad door de Appalachen in het oosten van de Verenigde Staten. Bill Bryson heeft er een boek over geschreven: "walking the woods". En Nancy, een deelnemer van dit wandelweekend, heeft enkele jaren geleden de volle 3500 km in zeven maanden tijd gewandeld. Die 'helden'status geeft haar een zekere reputatie, en ik vroeg haar of die tocht haar leven had veranderd of in een of andere zin had verrijkt, en ze vertelde me dat ze er eigenlijk niet slimmer of zelfs niet eens beter van is geworden. Iemand anders in de wandelclub, Catherine, vertelde me dat Nancy nog altijd niet uit haar 'victim mode' (slachtoffer-modus) is gehaald. 
Catherine is me ook een speciaal geval. Ze is 67 jaar jong, en toen ze mij kwam afhalen in mijn hostal in Conway vroeg ze me over de telefoon of ik net als zij in een 'U2'-mood was. 67? U2? Welnu, heel de weg naar de cabin stond de volumeknop vol open op de beats van U2. Catherine is beroepshalve een 'recreational therapist' en wat dat is, zou ik de volgende dagen leren; We trokken veel samen op, Catherine en ik, ze heeft wat tegenslagen in haar leven op wonderbaarlijke wijze weten te verwerken. Laat ons zeggen dat ze met verve haar 'victim' status naast zich heeft weten neer te leggen en dat ze dat nu ook professioneel met andere mensen probeert te doen. Nu voelt ze zich een held, soms een beetje te, ik vermoed ten koste van haar omgang met - vooral - mannen. Die haken af zodra ze merken dat Catherine iets te snel de volle confrontatie wil aangaan. Een soort omgekeerde dominantie. Gelukkig kan ze haar energie 'positief' gebruiken in lange wandeltochten. 
Tot slot was dit ook mijn eerste kennismaking met het leven in een 'cabin'. Dat is eigenlijk een weekendhuis voor een gezin of een wandelclub. In dit geval betrof het een houten constructie (enfin dat is niet zo verwonderlijk, ongeveer 75% van de huizen die ik de afgelopen 6 weken heb gezien zijn uit hout opgetrokken), met electriciteit, zonder stromend water, met een 'outhouse' als toilet (vgl latrine), en met op de bovenverdieping een grote slaapzaal met tien matrassen en een kleine slaapzaal met vijf matrassen. De grote slaapzaal is voor snurkers, de kleine voor niet snurkers. Ik lag gelukkig op de kleine slaapzaal. Dat gaf me weliswaar een prima nachtrust, maar het maakte de spierpijn er de volgende dag niet minder op.

vrijdag 10 juni 2011

Boston, deel twee

Nog even eraan herinneren dat we in de Verenigde Staten voornamelijk verblijven bij Servas leden. Die verhalen heb ik gebundeld onder het hoofdstukje 'Servas' dat je kan terugvinden bovenaan deze pagina.

Ingrid heeft haar vlucht terug naar België met een maand vervroegd nadat ze had vernomen dat de huurders ons huis al begin juni zouden verlaten. Maar ik, ik kon het niet over mijn hart krijgen. Het stond al maanden in mijn agenda ingepland dat wij pas op 9 juli naar België zouden terugkeren, en ik kon nergens de 'delete' knop van dat agendapunt vinden.

De dollar staat nog altijd erg gunstig ten opzichte van de euro en zoiets maakt de shopping genen in elke vrouw wakker. De dag voor Ingrid terugvliegt schiet ze als een magneet naar Macys, zeg maar het Walhalla voor mensen wiens onderbuik gaat tintelen zodra die ganse collecties Tommy Hilfiger, Guess, Calvin Klein, GAP en Levis aan een zacht Zara prijsje op de kop kunnen tikken.

We logeren bij Ellie en Phuong in een gezellig appartement. De laatste avond geven ze een 'dinner party'. Een vriend van Phuong is er ook bij. Hij heeft zelf gebrouwen bier bij. Het was tijden geleden dat ik nog zulk een lekker biertje had gedronken!


Ik breng Ingrid de volgende ochtend naar Boston Logan airport waar ze met veertig kilo bagage aan de terugreis begint. Die vlucht zou helaas niet zo vlot lopen omdat ze bij de tussenlanding in Reykjavik te horen krijgt dat de aansluitende vlucht naar Brussel afgelast is door een staking van het luchthavenpersoneel in Zaventem. Na een hoop vloeken en 75 euro extra (die ze verdorie nog wil terugkrijgen ook) raakt ze uiteindelijk via Parijs en de TGV in Brussel. 

We hebben de afgelopen vijf weken vele uren in de auto 'den Amerikaan' bestudeerd. Dit veldwerk leidde tot een aantal vrijblijvende conclusies die vele bestaande clichés bevestigden. En soms ook niet. Het was, hoe je het ook draait of keert, elke keer opnieuw interessant om onze tradities te vergelijken met die van 'den Amerikaan'.

Wat is ons opgevallen:

Het gewicht:
Het is waar, den doorsnee Amerikaan heeft meer vet dan wij. Dat is nergens voor nodig.

Waarom is dat zo?
Ze eten te veel. Ze krijgen te veel. Elk gerecht is gewoonweg dubbel zo groot dan in België. Een koffie is drie keer zo groot dan in België. En een glas cola is vier keer zo groot dan in België. Komen ze bovendien ook nog eens om de vijf minuten met een grote kan rond om gratis je glas bij te vullen. Met cola.
Enkel met een glas wijn is het anders. Als je dat bestelt, krijg je altijd minder dan je had verwacht.

De auto:
Ook waar, de meeste auto's maken een vreselijk diep vroemmmmm geluid, zijn vierwielaangedreven en hebben een V6 of V8 motor. Dat is nergens voor nodig.

Waarom is dat zo?
Aan de wegen zal het niet liggen. Ik heb geen enkele plek in de VSA gezien die ook maar een beetje in de buurt kwam van de miserabele wegen in Haïti. In Haïti kan je niet zonder 4x4, in de US kan iedereen in principe met een Smart uit de voeten. Alle wegen in de US zijn superglad, superbreed en de meeste zijn heel recht. Ik begrijp plots waarom het het concept van 'cruise control' in Amerika is uitgevonden. Als je alleen maar rechtdoor moet gaan, er nergens files zijn en bovendien je linker voet helemaal niks te doen heeft omdat alle auto's met een automaat zijn uitgerust, kan je net zo goed nog een knopje ontwerpen dat je snelheid vasthoudt. Dan hoef je helemaal niks meer toe doen behalve op tijd aan de kant gaan staan omdat je in slaap dreigt te vallen. 
Aan de snelheidsregels zal het trouwens ook niet liggen. Geen enkele van al die zware motoren hoeft ooit zelfs maar in de toeren te gaan omdat je nergens snel mag rijden. De maximum snelheid op de snelweg is 110 km/u. 
Nee, het heeft volgens mij te maken met de goedkope benzine (véél goedkoper) én met het consumptiepatroon van de doorsnee Amerikaan. Als wij bijvoorbeeld 50% van ons budget uitgeven aan een huis en 10% aan een auto, zullen de Amerikanen die berekening eerder in de grootte orde van 40% voor de woning en 20% voor de auto zien . In South Caroline zagen we meer dan eens een schamele woning (eigenlijk een grote stacaravan) met twee grote wagens erbij. 
Trouwens, waarom kosten Subaru's in België zoveel meer dan in de VS?

De huizen:
Vele woningen zijn volledig uit hout. Dat hadden we niet verwacht. Ik vind het wel iets hebben: de vloeren die kraken, de trappen die kraken, de ramen die kraken, de deuren die kraken... Maar de inrichting, tja, dat is dan weer een heel ander verhaal. Amerikanen willen hun gevoel van overdaad ook terugvinden in hun interieur. Resultaat is vaak een aaneenschakeling van lelijke stoffen, lelijke kleuren en lachwekkend romantische slaapkamers (kitch versie van Laura Ashley). Dat effect zie je vooral in de iets sjiekere Bed&Breakfasts. Ze willen Europees doen, maar precies in het copieren is het fout gegaan. Blijkbaar hebben ze vooral de boekskes van de jaren negentig ingekeken. Ik vermoed dat onze B&B's tegenwoordig iets meer aan minimalisme doen. Het enige leuke aan die trend zijn eigenlijk de King Size bedden; die moeten zeker wel twee bij twee meter zijn! Heerlijk is dat om daar in weg te zakken.

maandag 6 juni 2011

Washington DC

Het stond niet op ons verlanglijstje, Washington DC. We hadden al zovele steden gezien, niet nog zo'n mastodont erbij alstublieft. Maar Susan en Peter, die er jarenlang gewoond hebben, vonden het een flagrante belediging als we in DC alleen maar onze auto zouden inleveren. "DC is zoveel meer dan Alamo Rental Cars". Tja, ze hebben een punt...



We hadden enkel een zondagnamiddag, maar dankzij een paar goede adviezen haalden we er het beste uit. We bezochten het witte huis (ziet er vrolijk uit, maar er zit een waar veiligheidscordon om heen), het Hirschorn museum en de Oost- en Westvleugel van het National Gallery museum. Eigenlijk maken al die musea deel uit van het "Smithsonian", dat is een gigantische zone van een paar kilometer met niets dan musea en kunstgallerijen. Alle musea die deel uitmaken van het Smithsonian zijn gratis. Wij waren vooral onder de indruk van de "Chester Dale collection" in de oostvleugel van de National Gallery en van de mobielen van Alexander Calder in de westvleugel van datzelfde gebouw. 




De volgende ochtend vroeg op. We leverden de auto weer in op de luchthaven, namen de metro naar Union Station (in DC heet de ondergrondse 'metro', in NY is dat de 'subway', en in Boston noemen ze hem de 'T'), en namen van daaruit de Boltbus naar achtereenvolgens New York en Boston. Het was een hele lange dag onderweg (gelukkig is er internet op de bus), maar tegen een uur of 8 die avond kwamen we goed en wel aan bij Ellen en Phuong in Cambridge, bij Boston.






donderdag 2 juni 2011

ASHEVILLE en ROANOKE

We denken vaak van onszelf dat we tolerant zijn ten opzichte van kleurlingen. Maar onze houding is meer dan eens hipocriet te noemen. We willen niet dat 'vreemdelingen' ons werk afpakken. Maar aan de andere kant zoeken we tot in Polen om goedkope zwartwerkers onze huizen te laten opknappen.

Wij hebben de Polen. Aan de andere kant van de oceaan hebben ze de Afro Amerikanen. Die liggen ook niet "in de smaak". Zeker niet in het zuiden van de Verenigde Staten; Waar dat dan wel begint, het zuiden? Wel, daar is niet iedereen het over eens, maar laat ons de lijn voor het gemak ter hoogte van Washington DC trekken. Alles onder DC is het zuiden, en precies daar zitten we al een weekje of drie rond te rijden. Deze zuidelijke staten (we rijden door Virginia, North Carolina, South Carolina) hebben een rijke geschiedenis, maar het is ook een erg bloedige. Nauwelijks 200 jaar geleden was slavernij hier nog een officiëel erkende vorm van inkomsten. En wat zie je vandaag? Ouders die hun kind liever niet naar een school sturen waar er teveel zwarte klasgenootjes het gemiddelde van de klas naar beneden dreigen te halen. Zwarte gemeenschappen in gure buitenwijken. Druk op de politiek om werk te maken van sociale woningbouw. Veel werklozen onder de zwarte bevolking.

Wat een lange intro om uiteindelijk in het zuidelijke stadje Asheville aan te komen. Wij hadden de indruk dat alle verdrukte progressieven, alle in het nauw gedreven homosexuelen en de hele daarbij horende art scene plots weer naar boven komen in Asheville. We vonden in Asheville geweldig leuke vintage winkeltjes, kleine mode designers en een pak kunstgallerijen. Wat ons nog het meest opviel: de tatoeages. Ik heb de indruk dat een kandidaat inwoner van Asheville meer kans maakt bij de burgemeester als hij of zij wat inkt kan tonen op het frêle vel.




En daarna door naar Quality Inn in Roanoke. Hoewel we meestal bij Servas families verbleven, hebben we ook onze portie Days Inns, Quality Inns en Motel 6's gehad.

Wat een lange weg tot Roanoke! Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen, maar ik deed het een vierde keer. Weeral de Blue Ridge Parkway op, en weeral de afstanden verkeerd ingeschat.

link naar vier minuten rijden over de Blue Ridge Parkway

Toen we een afslag zagen naar het vlakbij gelegen dorpje 'Little Switzerland' reden we van de weg af, in de hoop dat iemand in het dorp ons zou kunnen helpen een kortere weg te vinden naar Roanoke.



Enter 'Books and Beans', een supergezellig winkeltje boordevol boeken en een expressomachien dat die dag helaas de geest had gegeven. De energieke jonge dame achter de kassa maakte echter veel goed. Ja, ze zou ons helpen met een kortere route. Ze begon haar zoektocht op Google Maps, en ging daarna naar de buurman ("ik laat jullie even alleen in de winkel, ga gerust in de salon zitten") om de routebeschrijving uit te printen. Daarna kletste ze nog een hele tijd door over haar leven en haar lief, uitte zich in duizend verontschuldigingen omdat het allemaal zo lang had geduurd en om het goed te maken schonk ze Ingrid bij het afscheid een kleine 'Cardinal' kado. (Cardinals zijn de rode vogels die je hier zo vaak ziet, en in het winkeltje verkochten ze kleine houten cardinals voor in de kerstboom.)


Ik weet niet, maar volgens mij zijn ze in het Zuiden héél erg open ten opzichte van vreemdelingen. Als ze niet zwart zijn. En al helemaal als ze uit Europa komen.